
Spreekwoorden: (1914)
Een brom inhebben,d.w.z. dronken zijn. Bij Zuidnederlandsche schrijvers, o.a. bij Ogier, was in de 17<sup>de<-sup> eeuw het znw. brom in den zin van slemperij, drank, zeer gewoon1) Vgl. in Noordnederland Menschenw. 163: Gaif main effe de brom.... ik hep stikke dorst.... 'n urretje ken ik...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
Een brom inhebben,d.w.z. dronken zijn. Bij Zuidnederlandsche schrijvers, o.a. bij Ogier, was in de 17<sup>de<-sup> eeuw het znw. brom in den zin van slemperij, drank, zeer gewoon1) Vgl. in Noordnederland Menschenw. 163: Gaif main effe de brom.... ik hep stikke dorst.... 'n urretje ken ik...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.